woensdag 4 april 2012

Schotland, dag zestien

Maandag 3 juli

We zijn na het ontbijt met onze minivan naar het dorp afgezakt en hebben daar de rugzakken omgehangen en hebben een stevige wandeling gemaakt van een uur of drie door de bergen van het Cairngorms National Park.
Na de wandeling rijden we terug langs de River Dee naar Balmoral, waar we gisteren ongemerkt langs zijn gereden. Volgens de folders genieten we van de “magnificent scenery of Royal Deeside, in the shadows of Lochnagar. This is the Balmoral Estate”. Voor meer info zie www.Balmoralcastle.com


Het kasteel is op initiatief van Queen Victoria, maar het ontwwrp en de bouw zijn grotendeels geregisseerd door haar man Prince Albert in het midden van de 19e eeuw.
Erg onder de indruk waren wij van de prachtige moestuin en het Greenhouse.
Het is een aanrader om dit kasteel te bezoeken.

Als we verder reizen komen we langs en door een aantal voor Schotland grote wintersportgebieden, zoals Glenshee met 21 liften. Dit gebied heeft een aantal groene en blauwe pistes, een behoorlijke hoeveelheid rode pistes, maar slechts een zwarte piste.
Het ziet er mooi, overzichtelijk en aantrekkelijk uit.

We rijden over een mooie, toeristische route met af en toe de ruigte, die we van de westkust kenden afgewisseld met een mooi glooiend landbouwgebied met velden met koolzaad, graan en plastic. Later vinden we uit dat onder het plastic rode biet en geen asperges worden gekweekt.

Ons doel is vandaag Scone bij Perth.
De camping ligt tegen een paardenrenbaan aan, maar er zijn geen wedstrijden, dus zijn we s’avonds zelf maar een rondje gaan lopen.

Dag zeventien

Dinsdag 4 juli

Van Perth naar Edinburgh
We bezoeken s'morgens eerst het Scone Palace, waar de steen zou liggen waarop alle Schotse Koningen werden gekroond de zogenaamde Stone of Scone, ook bekend als de Stone of Destiny.
Als je het hele verhaal leest, blijkt dat de steen die in Scone ligt een nepper is.
Maar dat geeft natuurlijk niet. Uiteindelijk is natuurlijk ieder verhaal net zo waar als het lijkt.
Het Scone Palace is mooi en ligt in een prachtige omgeving. We constateren alleen een enorme hoeveelheid schade aan eeuwenoude bomen.

Een paar weken geleden schijnt er een zware storm huisgehouden te hebben, die onherstelbare schade heeft aangericht aan de oude bomen.

Er lopen in het kasteel een aantal vrouwelijke suppoosten rond met veel kennis van wat er zoal te zien is en die graag de mooiste verhalen over het paleis, vroegere bewoners en de huidige bewoners willen vertellen.
Indrukwekkend is een zeldzame collectie ivoren beeldengroepen.
In de bibliotheek staan nog wel zeldzame boeken, maar veel boeken hebben plaats moeten maken voor een prachtige porselein collectie.

 
Het paleis heeft een ‘ijsbeergang’, waar de bewoners bij slecht weer heen en weer kunnen lopen.
Tegenwoordig is het kasteel het huis of een huis van de Earls of Mansfield. In de tuin raak ik Mieke bijna kwijt in een doolhof.

We rijden door Perth om te kunnen vertellen dat we daar ook zijn geweest en rijden aan de verkeerde kant van de stad in de verkeerde richting de stad uit niet naar Stirling, dus moeten we stad nog eens door en kunnen nu zeggen, dat we al een aantal malen in Perth zijn geweest.
Stirling, van het zilver en het pond natuurlijk, is een leuk stadje.
Al van ver is Stirling Castle hoog op de berg te zien. Het kasteel domineert de oversteekplaats van de rivier Forth tussen de Ochil Hills en Gagunnock Hills en is zelf vrijwel niet inneembare op zijn rots.
We lopen de berg op, om er boven achter te komen, dat we daar ook hadden kunnen parkeren. Maar zo wordt het toch een beetje een sportvakantie.
 Onderweg naar Stirling Castle, dat vanaf de 12e eeuw de residentie van Schotse koningen was, bezoeken we Stirling Old Bridge, de vijftiende eeuwse brug over de rivier de de rivier de Forth, Old Town Jail, een tot museum verbouwde Victoriaanse gevangenis. We lopen langs Smith Art Gallery and Museum, het Cowane’s Hospital, een zeventiende eeuwse liefdadigheidsinstelling en de Churge of the Holy Rude (het Heilig Kruis), de parochiekerk waar Jacobus VI ooit werd gekroond.

Er zijn nog talloze andere bezienswaardigheden zoals Argyll and Sutherland Highlanders Regimental Museum etc. maar die laten we voor wat ze zijn. We bewaren ze voor de volgende keer.
We zijn nog wel getuige van een venijnig gevecht tussen een kat en twee meeuwen.
We horen veel herrie en zien dan in een zijstraatje twee meeuwen duikaanvallen uitvoeren op een stevige zwarte kat met een prooi.
De kat zien we op een bepaald moment bijna een meter omhoog springen naar een aanvallende meeuw. Deze kan ternauwernood met een luide schreeuw uit de kattenklauwen blijven, waarna de meeuwen afdruipen.


We komen vlak voor vijven aan in Falkirk, een schakel in de Antonine Wall, die een jaar of twintig jonger is dan de Hadrianus Wall.

 
Falkirk is tegenwoordig vooral bekend om het Wheel, de bijzondere scheepslift tussen de rivier de Forth en het Clyde Canal en het Union Canal. De scheepslift is een vervanging van de in onbruik geraakte sluizen. De scheepvaart verbinding tussen Glasgow en Edinburgh is er door hersteld.

Wikepedia heeft er een mooi artikel over met alle details.
http://en.wikipedia.org/wiki/Falkirk_Wheel

Het is een unieke constructie, die in aanleg natuurlijk een vermogen heeft gekost, maar in operatie heel weinig energie verbruikt omdat het hele geval perfect in balans is.
Net voor sluitingstijd komen we aan op de stadscamping van Edinburgh.
De regen stroomt.

Dag achtien

Woensdag 5 juli

We doen vandaag een dagje Edinburgh.
We nemen voor de ingang van de camping de bus naar Edinburgh.
Op de kop van Princes Street stappen we uit, bezoeken in het voorbijgaan de St John’s Church en wandelen eerst langs en daarna omhoog naar het Castle aan het begin van de Royale Mile. Dit is een smalle straat tussen twee kastelen, waar erg veel te doen is.
Op de grote The Castle Esplanade van het kasteel wordt een immense tribune gebouwd voor het de wereldberoemde Edinburgh Military Tattoo, die hier jaarlijks gedurende drie weken wordt gehouden en die tien duizende bezoekers trekt. “Die tribune komt er best wel uit”, verzekert een suppoost mij.
We lopen door een enorme Kilt-winkel, waar we het allebei Spaans benauwd krijgen door de warmte en te veel lampen en te veel bezoekers in te natte regenjassen, die allemaal te veel stinken. We steken de straat over naar de whisky winkel. Dat ruikt en smaakt beter. Onze whisky, de single malt Tobermory, staat er niet bij.

Volgens onze reisgids, kunnen we het oude parlementsgebouw bezoeken. Tegenwoordig zit daar het Hooggerechtshof in. Omdat we aan de achterkant staan kunnen we de “dienstingang” moeilijk vinden, maar we vinden hem. We worden gefouilleerd en moeten door detectie poortjes en na het inleveren van alles wat op een wapen lijkt, mogen we naar binnen.
Een schitterend oude vergaderzaal met slechts aan de wanden rondom prachtige eiken banken. Rondom komt licht binnen door de beroemde glas in lood ramen.
In het midden ijsberen advocaten en rechters met papieren in hun handen. Assistenten met aantekeningenboekjes dribbelend er naast.

 
In St Giles Cathredal vinden we op de wand een herdenkingsplaquette voor de uitvinder van de anesthesie.

We bezoeken het huis waar Robert Nox heeft gewoond en waar hij veel van zijn vaak boute uitspraken heeft opgescheven.

We eten een heerlijke lunch en drinken een goed glas bier in the Tass, een leuk eetcafe op de hoek van Highstreet en Jeffreystreet. We zwerven ook door een stuk wel erg oninteressant Edinburgh.
Als we naar de Princes Street lopen, komen we the National Gallery tegen. Aangezien in de UK alle Rijksmusea gratis zijn, gaan wij als goede Hollanders in Schotland naar binnen.
Er hangen hele bijzondere werken onder andere van William Turner, Frans Hals, Rembrandt van Rijn en Johannes Vermeer. Ook met inmiddels een paar stalbenen kunnen we er van genieten.

We kopen bretels in Romanes & Paterson, een winkel in Princes Street.
De bretels hebben het schotse ruit motief van Arbuthnott.

Als de hemel naar beneden komt in de vorm van veel regenwater, vluchten in Rose Street, een echte uitgaan straat, Greggs in, een lekkere ruige Pub.
Uiteraard bezoeken we het beeldje van de hond Bobby, die na het overlijden van zijn baas iedere dag 14 jaar lang op het kerkhof het graf heeft bewaakt.

We eten s'avonds tussen de buien door, gaan douchen en naar bed.

Dag negentien

Donderdag 6 juli

We gaan niet terug naar Edinburgh om nog een lekkere fles whisky te scoren. "We kopen wel wat onderweg".
Zoals later blijkt, komen we geen slijter meer tegen. In de supermarkten verkopen ze alleen de whisky’s die wij niet willen hebben. We rijden nog wel even om naar het dorp Pencaitland, waar een distilleerderij staat waar de beroemde Glenkinchie wordt gemaakt. We kopen daar maar een klein flesje van.

We gaan terug naar de route en volgen de A68 naar het zuiden in de richting van New Castle. We hebben op de kaart alle campings die we tot op een afstand van 50 km langs de route passeren, een opvallend kleurtje gegeven.

We stoppen in Jedburg dat vooral bekend is om zijn ruine van de Augustijner Abdij en de Castle Jail. Van de Abdij uit de 12/13e eeuw staat alleen de dakloze kerk er nog. Deze is lang als parochiekerk gebruikt terwijl de abdij tijdens de reformatie is verloren gegaan. De gevangenis is gebouwd in de zelfde tijd als die van Stirling en derhalve van een sociaal hoge standaard.

In een straal van 20 km rond het centrum van de stad zijn 11 golfbanen te vinden, dus liefhebbers!!!!!!.
We eten in de lokale kroeg.

We rijden door en langs het Northumberland National Park. Schitterend landschappen met prachtige heuvels en spannende dalen en erg leeg. Het wordt even benauwd als de camper dreigt droog te vallen met een lege tank en het aangekondigde benzine station is opgeheven.

We rijden maar zo rustig mogelijk en halen net Newcastle. We willen door de stad, eigenlijk heet het Newcastle Upon Tyne, richting zee rijden om daar in de buurt van Whitburn aan zee te kamperen.

We parkeren op een steenworp afstand van het voetbalstadion van Newcastle United en wandelen de stad in.
We hebben geen kaart of niks en in ons boekje over Schotland staat niets over de stad want het is net geen Schotland meer. Als het begint te regen vluchten we een gebouw binnen wat een schitterende Passage blijkt te zijn. “Central Arcade” met schitterende betegelde vloeren maar nog mooier waren de betegelde gevel en plafond partijen, de houten puien en het glazen dak. Prachtig onderhouden en van een gelijk niveau als de passages in Parijs. 1906. De stijl is op zijn Engels: Edwardian.

De Parijse passages rond de Grand Boulevard zijn ouder en 19e eeuws.

Even verder lopen we zonder het te weten Grainger Market in. Dit is de de oudste markt van de stad in een prachtig 19e eeuws gebouw uit 1830. Deze markt blijkt bij de bouw de grootste overdekte markt van Europa te zijn geweest.

Je koopt er voornamelijk vlees en groenten, maar er zitten ook een paar visboeren in. Wat een luxe. De markt doet het meeste denken aan de Mercat de la Boqueria aan de Ramblaz in Barcelona of de Mercato Centrale in Florence. We worden daar heel gelukkig en hebberig van. We kopen lekkere visjes en gekookte krab.

Na wat zoeken vinden we de bus terug en we storten ons in de avond spits. Waar het mis gaat weten nog steeds niet, maar we zijn niet onderweg naar ons doel. Je kunt dan twee dingen doen. Of zorgen dat je wel de goede weg vindt of gewoon een nieuw doel kiezen. We besluiten tot het laatste.

We gaan naar Barnard Castle. Er moeten veel bezienswaardigheden in de buurt liggen, want het barst van de grote campings.

We gaan dus gewoon naar onze stam camping van de CCC (Camping and Caravaning Club).

Als we s'avonds willen BBQ-en giet het van de hemel, maar met de achterklep van de bus open gaat alles prima

Dag twintig

Vrijdag 7 juli

We nemen in Barnard Castle een dagje rust.
We gaan met het busje naar het dorp. Het weer vinden we te slecht om te gaan wandelen. Misschien omdat het in de omgeving barste van de campings zitten er in het dorp in ieder geval een paar goede slagers en een goede bakker. Ook is er een knots van een supermarkt.
In het dorp lopen we binnen in een gallery waar een paar prachtige prenten en beeldjes van honden in de etalage staan. The Teesdale Gallery van Andy Beck.
Andy is met een schitterend project bezig.

Hij omschrijft het zelf als volgt:
Inspired by the work of Master Fellwalker and artist Alfred Wainwright, Andy is undertaking the major project of producing a watercolour sketch of every illustration drawn by A.W. in his seven Pictorial Guides to the Lakeland Fells. Every single location of the illustrations is being meticulously researched so that Andy's references are taken from the exact location where A.W. stood to take his own black and white photographs.

Resultaten tot zover kun je zien op de site van Andy

www.theteesdalegallery.co.uk

Dag eenentwintig

Zaterdag 8 juli

Niets toeristisch vandaag. We maken een grote klapper van Barnard Castle naar Cambridge.
We komen op een langzaam vollopende camping op zo, n 14 miles van Cambridge in St Neots terecht.
We doen op advies van de camping dames inkopen in de Tesco Superstore in Cambridge. 56 kassa's. Franse taferelen.

Er blijkt in de buurt dit weekeind een beroemde vliegshow te zijn en daar komen voornamelijk mannen uit alle windstreken en van alle nationaliteiten op af.

We maken s'avonds een lekkere wandeling en doen de lokale Pub aan waaruit we werden weggekeken door vaste klanten. Nou dan niet.

Dag tweeentwintig

Zondag 9 juli.

Er is van alles te doen in Cambridge. Op het grote Green in het midden van de stad is een soort braderie, kermis en nog veel meer. Het geheel met producten en activiteiten uit allerlei landen in en buiten Europa. Leuk. We pikken een grote dansshow van Chinese kinderen mee.

Verder is Cambridge een mooie stad met veel bezienswaardigheden. Van iedere universiteit of instituut is het publieke gedeelte toegankelijk. We bekijken alle schitterende binnentuinen, alle bijzonder fraai gedecoreerde en ingerichte eetzalen en nog veel meer moois.

Leuke stad.

Van Cambridge rijden we naar Canterbury om vannacht in Dover te overnachten.
Vergeleken met de heenweg, vliegen we nu door Engeland. Het is natuurlijk zondag en ook hier is de vakantie uitgebroken.
Op de heenweg hebben we van Canterbury niets gezien door de hevige regen, dus gaan we nu aan.
We slenteren heerlijk door de stad en komen bij de beroemde Canterbury Cathedral, waar de Archbishop , het hoofd van de Anglicaanse kerk, gehuisvest is.
Er is een dienst dus willen verder gaan tot we ineens een jongenskoor horen losbarsten. U weet wel die jongens van het koor van de Canterbury Cathedral.
We hebben de dienst helemaal uit gezeten. Prachtig. Er was gelukkig geen preek, maar wel een collecte. We hebben geen van beiden als tegemoetkoming in de kosten van deze reis, een greep in het zakje gedaan.

In Dover zoeken we een plekje op de camping van waar we morgenvroeg, zonder veel overlast te veroorzaken, weg kunnen rijden.



Dag drieentwintig

Maandag 10 juli

Vroeg op. Douchen en inpakken.
Op het parkeerterrein in de haven waar de boot naar Calais vertrekt, hebben we op ons gemak ontbeten.
In tegenstelling met de heenweg was het weer nu prachtig. Geen wind, geen regen.
Moest ik in het begin in Engeland wennen links te rijden, nu moest ik even wennen weer rechts te moeten rijden.
Zonder brokken zijn we vroeg in middag thuis gekomen.

Samenvatting

We hebben een fantastische reis gemaakt door een bijzonder land.

We hebben gekozen om vanuit het Engelse Lake district, het zuidwesten van Schotland in te reizen. Via de Schotse Lowlands, Glasgow en door en langs de Grampian Mountains zijn we naar de Great Glen en Highlands getrokken om vanuit Fort William de eilanden van de Inner Hebriden met een bezoek te vergasten. De landschappen zijn vergelijkbaar dramatisch met de hoogvlakten van Noorwegen en de kusten met de fjordenkusten van Noord Noorwegen.

Het weer is er ook weinig voorspelbaar, maar wat wil je met die grillige vormen van het land. Het heeft een zeeklimaat beinvloedt door de Atlantische Oceaan en een zeeklimaat beinvloedt door de Noordzee en daar tussenin ligt een stuk Highlands met een soort landklimaat.

Als we de eilanden in het Noordoosten van Skye verlaten en we door de Northwest Higlands afzakken naar de Great Glen, zien we landschap veranderen. Hier is niet alles kale rots met een heel klein beetje of geen grond erop. Het Noordoosten is duidelijk de voedsel voorziener voor heel Schotland.

Hier liggen ook ongelooflijk veel golfbanen op sappig onderhouden gras.

Maar als we weer de bergen in trekken wordt alles weer knap ruig. Het weer is iets minder wisselvallig, maar dat zal de invloed wel zijn van de Noordzee. Hier rijden we ook door fraaie en populaire skigebieden.

Na Edinburgh hebben we nog een stukje door de Southern Uplands gereden en daarna konden we onze kaarten van Schotland weer opbergen.

De Schotten vinden we erg aardig, gastvrij en altijd behulpzaam.

We klagen niet over de beschikbaarheid van lekkere producten om lekker te eten. We hebben zelfs kunnen genieten van Haggis.

Op de whisky en het bier is niets aan te merken. De drank is er goedkoper dan brandstof.

We willen nog een keer terugkomen als de heide in bloei staat. Ons lijken die mooie afgeronde bergen schitterend met de paars bloeiende hei bij een onvergetelijke zonsondergang.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten