woensdag 4 april 2012

De zomer 2011 is op haar hoogtepunt.

Niet dat je dat aan het weer kunt merken, maar wel aan een heleboel dingen in de natuur.

Zo hebben de boerenzwaluwen rondom ons huis het verschrikkelijk druk met vlieglessen voor de jongen. Zo zitten ook veel jongen af en toe nog heel luidruchtig op onze gootrand te schreeuwen om eten, maar vangen ze er zelf ook behoorlijk op los om na gedane arbeid een beetje op de rand van diezelfde goot te gaan zitten pitten..


Het is wel duidelijk dat de hele club bezig is zich voor te bereiden op de trek naar elders.

Zondag zagen we langs de Diefdijk ter hoogte van Schoonderwoerd, 48 ooievaars in een wei. (ik heb ze geteld). De ooievaars zijn ook aan het verzamelen geslagen en eten zich nog een beetje vol voor ze aan de trek naar het zuiden beginnen. Daar doen ze ca 2-3 weken over, waarbij ze relaxed met thermiek spelen. Ze zorgen in een thermiek-bel te komen, laten zich dan zo’n 700 meter omhoog voeren en duiken dan met een vaartje uit de bel naar de volgende bel. En zo herhaald zich dat tot ze er zijn. Dit kost vrijwel geen energie en die hebben ze ook niet met hun vel over been figuren.

Alle fruitboeren hier in de omgeving zijn druk bezig hun appels en peren te oogsten.
Wij moeten dat binnenkort ook eens doen anders hangt ons fruit straks te rotten aan de boom.
We hebben dit jaar geen klagen over de oogst. In het voorjaar hebben we onbeperkt kunnen genieten van aardbeien, frambozen en vooral aalbes. Van de aardbeien en de bessen, die we niet direct opgegeten kregen, hebben we lekkere jam gemaakt. Pruimenjam 2011 hebben we niet want onze boom droeg dit jaar maar eens geen vrucht.

We hebben wel een grote Vlierbessenjam-productie gehad. We hebben zo, n veertig potten (potjes) in de kast staan. Deze jam is zo lekker en zo populaire in de Bed & Breakfast, dat we er voor het komende jaar waarschijnlijk niet eens genoeg van zullen hebben.

De Noten van vorig jaar zijn nog niet op, of de nieuwe oogst kondigt zich al weer aan. Vooral de Hazelnoten willen al van de boom. De Walnoten laten we met rust tot ze mooi schoon naar beneden komen. Jonge Walnoten kun je wel gebruiken om likeur van te maken, maar dat laat ik graag aan anderen over.
Het wordt ook hoog tijd om uitgebreid zaad te gaan winnen van de uitbundig uitgebloeide bloemen in de tuin zoals Margrieten, Papavers en Lupinen.
De "Wijngaard" moet hoognodig worden gereorganiseerd. Na het spul een jaar wild te hebben laten groeien, kan ik nu bepalen welke takken ik ga opbinden om wijnstok te worden.
Stel je er niet te veel van voor. Het is gewoon tuinvulling. Het wordt beslist geen Chateau d'eglise of ik moet een lekker huiswijntje van de Sligro omlabelen.

Ooievaar


Iedereen zal langzaam aan wel weten dat de ooievaar terug is in het Nederlandse landschap. Zeker wij hier op het platteland, komen ze bijna dagelijks tegen in de uiterwaarden of zomaar ergens in een wei.

Je ziet ze soms in grote groepen achter de ploegende boeren aan het land af struinen om iets lekkers te scoren.



Door het verdwijnen en veranderen van geschikt leefgebied is het aantal ooievaars in Nederland in de jaren zeventig, sterk achteruit gegaan.
Er zijn echter in het begin jaren 80 herintroductieprojecten gestart en daardoor heeft de populatie zich enigszins kunnen herstellen. In 2006 waren er al weer 600 broedende paren in Nederland en in 2008 zijn er 700 geteld
De wilde of verwilderde Nederlandse ooievaars overwinteren in het midden en het zuiden van Afrika, maar vogels uit de herintroductieprojecten blijven gewoonlijk het hele jaar in Nederland.
Als de Nederlandse ooievaars trekken dan volgen zij vooral de trekroute via Spanje en maken via Gibraltar de oversteek naar Afrika (de westelijke route)

Vorige week zag ik afwijkend gedrag van een hele groep ooievaars.
Zij stonden, twaalf stuks op een rij, ieder bovenop een grote lichtmast in het midden van de A28, te liften in de richting van het zuiden.
 Ze zullen wel afkomstig geweest zijn van het Liesvelt in het ooievaarsdorp Groot Ammers.

Ik heb er geen foto van kunnen maken, ik heb ze ook geen lift kunnen geven want ik ging maar tot Gorinchem.



Deze foto heb ik wel gemaakt van een niet kopschuwe ooievaar bij mij in de buurt.

Schotland, dag zestien

Maandag 3 juli

We zijn na het ontbijt met onze minivan naar het dorp afgezakt en hebben daar de rugzakken omgehangen en hebben een stevige wandeling gemaakt van een uur of drie door de bergen van het Cairngorms National Park.
Na de wandeling rijden we terug langs de River Dee naar Balmoral, waar we gisteren ongemerkt langs zijn gereden. Volgens de folders genieten we van de “magnificent scenery of Royal Deeside, in the shadows of Lochnagar. This is the Balmoral Estate”. Voor meer info zie www.Balmoralcastle.com


Het kasteel is op initiatief van Queen Victoria, maar het ontwwrp en de bouw zijn grotendeels geregisseerd door haar man Prince Albert in het midden van de 19e eeuw.
Erg onder de indruk waren wij van de prachtige moestuin en het Greenhouse.
Het is een aanrader om dit kasteel te bezoeken.

Als we verder reizen komen we langs en door een aantal voor Schotland grote wintersportgebieden, zoals Glenshee met 21 liften. Dit gebied heeft een aantal groene en blauwe pistes, een behoorlijke hoeveelheid rode pistes, maar slechts een zwarte piste.
Het ziet er mooi, overzichtelijk en aantrekkelijk uit.

We rijden over een mooie, toeristische route met af en toe de ruigte, die we van de westkust kenden afgewisseld met een mooi glooiend landbouwgebied met velden met koolzaad, graan en plastic. Later vinden we uit dat onder het plastic rode biet en geen asperges worden gekweekt.

Ons doel is vandaag Scone bij Perth.
De camping ligt tegen een paardenrenbaan aan, maar er zijn geen wedstrijden, dus zijn we s’avonds zelf maar een rondje gaan lopen.

Dag zeventien

Dinsdag 4 juli

Van Perth naar Edinburgh
We bezoeken s'morgens eerst het Scone Palace, waar de steen zou liggen waarop alle Schotse Koningen werden gekroond de zogenaamde Stone of Scone, ook bekend als de Stone of Destiny.
Als je het hele verhaal leest, blijkt dat de steen die in Scone ligt een nepper is.
Maar dat geeft natuurlijk niet. Uiteindelijk is natuurlijk ieder verhaal net zo waar als het lijkt.
Het Scone Palace is mooi en ligt in een prachtige omgeving. We constateren alleen een enorme hoeveelheid schade aan eeuwenoude bomen.

Een paar weken geleden schijnt er een zware storm huisgehouden te hebben, die onherstelbare schade heeft aangericht aan de oude bomen.

Er lopen in het kasteel een aantal vrouwelijke suppoosten rond met veel kennis van wat er zoal te zien is en die graag de mooiste verhalen over het paleis, vroegere bewoners en de huidige bewoners willen vertellen.
Indrukwekkend is een zeldzame collectie ivoren beeldengroepen.
In de bibliotheek staan nog wel zeldzame boeken, maar veel boeken hebben plaats moeten maken voor een prachtige porselein collectie.

 
Het paleis heeft een ‘ijsbeergang’, waar de bewoners bij slecht weer heen en weer kunnen lopen.
Tegenwoordig is het kasteel het huis of een huis van de Earls of Mansfield. In de tuin raak ik Mieke bijna kwijt in een doolhof.

We rijden door Perth om te kunnen vertellen dat we daar ook zijn geweest en rijden aan de verkeerde kant van de stad in de verkeerde richting de stad uit niet naar Stirling, dus moeten we stad nog eens door en kunnen nu zeggen, dat we al een aantal malen in Perth zijn geweest.
Stirling, van het zilver en het pond natuurlijk, is een leuk stadje.
Al van ver is Stirling Castle hoog op de berg te zien. Het kasteel domineert de oversteekplaats van de rivier Forth tussen de Ochil Hills en Gagunnock Hills en is zelf vrijwel niet inneembare op zijn rots.
We lopen de berg op, om er boven achter te komen, dat we daar ook hadden kunnen parkeren. Maar zo wordt het toch een beetje een sportvakantie.
 Onderweg naar Stirling Castle, dat vanaf de 12e eeuw de residentie van Schotse koningen was, bezoeken we Stirling Old Bridge, de vijftiende eeuwse brug over de rivier de de rivier de Forth, Old Town Jail, een tot museum verbouwde Victoriaanse gevangenis. We lopen langs Smith Art Gallery and Museum, het Cowane’s Hospital, een zeventiende eeuwse liefdadigheidsinstelling en de Churge of the Holy Rude (het Heilig Kruis), de parochiekerk waar Jacobus VI ooit werd gekroond.

Er zijn nog talloze andere bezienswaardigheden zoals Argyll and Sutherland Highlanders Regimental Museum etc. maar die laten we voor wat ze zijn. We bewaren ze voor de volgende keer.
We zijn nog wel getuige van een venijnig gevecht tussen een kat en twee meeuwen.
We horen veel herrie en zien dan in een zijstraatje twee meeuwen duikaanvallen uitvoeren op een stevige zwarte kat met een prooi.
De kat zien we op een bepaald moment bijna een meter omhoog springen naar een aanvallende meeuw. Deze kan ternauwernood met een luide schreeuw uit de kattenklauwen blijven, waarna de meeuwen afdruipen.


We komen vlak voor vijven aan in Falkirk, een schakel in de Antonine Wall, die een jaar of twintig jonger is dan de Hadrianus Wall.

 
Falkirk is tegenwoordig vooral bekend om het Wheel, de bijzondere scheepslift tussen de rivier de Forth en het Clyde Canal en het Union Canal. De scheepslift is een vervanging van de in onbruik geraakte sluizen. De scheepvaart verbinding tussen Glasgow en Edinburgh is er door hersteld.

Wikepedia heeft er een mooi artikel over met alle details.
http://en.wikipedia.org/wiki/Falkirk_Wheel

Het is een unieke constructie, die in aanleg natuurlijk een vermogen heeft gekost, maar in operatie heel weinig energie verbruikt omdat het hele geval perfect in balans is.
Net voor sluitingstijd komen we aan op de stadscamping van Edinburgh.
De regen stroomt.

Dag achtien

Woensdag 5 juli

We doen vandaag een dagje Edinburgh.
We nemen voor de ingang van de camping de bus naar Edinburgh.
Op de kop van Princes Street stappen we uit, bezoeken in het voorbijgaan de St John’s Church en wandelen eerst langs en daarna omhoog naar het Castle aan het begin van de Royale Mile. Dit is een smalle straat tussen twee kastelen, waar erg veel te doen is.
Op de grote The Castle Esplanade van het kasteel wordt een immense tribune gebouwd voor het de wereldberoemde Edinburgh Military Tattoo, die hier jaarlijks gedurende drie weken wordt gehouden en die tien duizende bezoekers trekt. “Die tribune komt er best wel uit”, verzekert een suppoost mij.
We lopen door een enorme Kilt-winkel, waar we het allebei Spaans benauwd krijgen door de warmte en te veel lampen en te veel bezoekers in te natte regenjassen, die allemaal te veel stinken. We steken de straat over naar de whisky winkel. Dat ruikt en smaakt beter. Onze whisky, de single malt Tobermory, staat er niet bij.

Volgens onze reisgids, kunnen we het oude parlementsgebouw bezoeken. Tegenwoordig zit daar het Hooggerechtshof in. Omdat we aan de achterkant staan kunnen we de “dienstingang” moeilijk vinden, maar we vinden hem. We worden gefouilleerd en moeten door detectie poortjes en na het inleveren van alles wat op een wapen lijkt, mogen we naar binnen.
Een schitterend oude vergaderzaal met slechts aan de wanden rondom prachtige eiken banken. Rondom komt licht binnen door de beroemde glas in lood ramen.
In het midden ijsberen advocaten en rechters met papieren in hun handen. Assistenten met aantekeningenboekjes dribbelend er naast.

 
In St Giles Cathredal vinden we op de wand een herdenkingsplaquette voor de uitvinder van de anesthesie.

We bezoeken het huis waar Robert Nox heeft gewoond en waar hij veel van zijn vaak boute uitspraken heeft opgescheven.

We eten een heerlijke lunch en drinken een goed glas bier in the Tass, een leuk eetcafe op de hoek van Highstreet en Jeffreystreet. We zwerven ook door een stuk wel erg oninteressant Edinburgh.
Als we naar de Princes Street lopen, komen we the National Gallery tegen. Aangezien in de UK alle Rijksmusea gratis zijn, gaan wij als goede Hollanders in Schotland naar binnen.
Er hangen hele bijzondere werken onder andere van William Turner, Frans Hals, Rembrandt van Rijn en Johannes Vermeer. Ook met inmiddels een paar stalbenen kunnen we er van genieten.

We kopen bretels in Romanes & Paterson, een winkel in Princes Street.
De bretels hebben het schotse ruit motief van Arbuthnott.

Als de hemel naar beneden komt in de vorm van veel regenwater, vluchten in Rose Street, een echte uitgaan straat, Greggs in, een lekkere ruige Pub.
Uiteraard bezoeken we het beeldje van de hond Bobby, die na het overlijden van zijn baas iedere dag 14 jaar lang op het kerkhof het graf heeft bewaakt.

We eten s'avonds tussen de buien door, gaan douchen en naar bed.

Dag negentien

Donderdag 6 juli

We gaan niet terug naar Edinburgh om nog een lekkere fles whisky te scoren. "We kopen wel wat onderweg".
Zoals later blijkt, komen we geen slijter meer tegen. In de supermarkten verkopen ze alleen de whisky’s die wij niet willen hebben. We rijden nog wel even om naar het dorp Pencaitland, waar een distilleerderij staat waar de beroemde Glenkinchie wordt gemaakt. We kopen daar maar een klein flesje van.

We gaan terug naar de route en volgen de A68 naar het zuiden in de richting van New Castle. We hebben op de kaart alle campings die we tot op een afstand van 50 km langs de route passeren, een opvallend kleurtje gegeven.

We stoppen in Jedburg dat vooral bekend is om zijn ruine van de Augustijner Abdij en de Castle Jail. Van de Abdij uit de 12/13e eeuw staat alleen de dakloze kerk er nog. Deze is lang als parochiekerk gebruikt terwijl de abdij tijdens de reformatie is verloren gegaan. De gevangenis is gebouwd in de zelfde tijd als die van Stirling en derhalve van een sociaal hoge standaard.

In een straal van 20 km rond het centrum van de stad zijn 11 golfbanen te vinden, dus liefhebbers!!!!!!.
We eten in de lokale kroeg.

We rijden door en langs het Northumberland National Park. Schitterend landschappen met prachtige heuvels en spannende dalen en erg leeg. Het wordt even benauwd als de camper dreigt droog te vallen met een lege tank en het aangekondigde benzine station is opgeheven.

We rijden maar zo rustig mogelijk en halen net Newcastle. We willen door de stad, eigenlijk heet het Newcastle Upon Tyne, richting zee rijden om daar in de buurt van Whitburn aan zee te kamperen.

We parkeren op een steenworp afstand van het voetbalstadion van Newcastle United en wandelen de stad in.
We hebben geen kaart of niks en in ons boekje over Schotland staat niets over de stad want het is net geen Schotland meer. Als het begint te regen vluchten we een gebouw binnen wat een schitterende Passage blijkt te zijn. “Central Arcade” met schitterende betegelde vloeren maar nog mooier waren de betegelde gevel en plafond partijen, de houten puien en het glazen dak. Prachtig onderhouden en van een gelijk niveau als de passages in Parijs. 1906. De stijl is op zijn Engels: Edwardian.

De Parijse passages rond de Grand Boulevard zijn ouder en 19e eeuws.

Even verder lopen we zonder het te weten Grainger Market in. Dit is de de oudste markt van de stad in een prachtig 19e eeuws gebouw uit 1830. Deze markt blijkt bij de bouw de grootste overdekte markt van Europa te zijn geweest.

Je koopt er voornamelijk vlees en groenten, maar er zitten ook een paar visboeren in. Wat een luxe. De markt doet het meeste denken aan de Mercat de la Boqueria aan de Ramblaz in Barcelona of de Mercato Centrale in Florence. We worden daar heel gelukkig en hebberig van. We kopen lekkere visjes en gekookte krab.

Na wat zoeken vinden we de bus terug en we storten ons in de avond spits. Waar het mis gaat weten nog steeds niet, maar we zijn niet onderweg naar ons doel. Je kunt dan twee dingen doen. Of zorgen dat je wel de goede weg vindt of gewoon een nieuw doel kiezen. We besluiten tot het laatste.

We gaan naar Barnard Castle. Er moeten veel bezienswaardigheden in de buurt liggen, want het barst van de grote campings.

We gaan dus gewoon naar onze stam camping van de CCC (Camping and Caravaning Club).

Als we s'avonds willen BBQ-en giet het van de hemel, maar met de achterklep van de bus open gaat alles prima

Dag twintig

Vrijdag 7 juli

We nemen in Barnard Castle een dagje rust.
We gaan met het busje naar het dorp. Het weer vinden we te slecht om te gaan wandelen. Misschien omdat het in de omgeving barste van de campings zitten er in het dorp in ieder geval een paar goede slagers en een goede bakker. Ook is er een knots van een supermarkt.
In het dorp lopen we binnen in een gallery waar een paar prachtige prenten en beeldjes van honden in de etalage staan. The Teesdale Gallery van Andy Beck.
Andy is met een schitterend project bezig.

Hij omschrijft het zelf als volgt:
Inspired by the work of Master Fellwalker and artist Alfred Wainwright, Andy is undertaking the major project of producing a watercolour sketch of every illustration drawn by A.W. in his seven Pictorial Guides to the Lakeland Fells. Every single location of the illustrations is being meticulously researched so that Andy's references are taken from the exact location where A.W. stood to take his own black and white photographs.

Resultaten tot zover kun je zien op de site van Andy

www.theteesdalegallery.co.uk

Dag eenentwintig

Zaterdag 8 juli

Niets toeristisch vandaag. We maken een grote klapper van Barnard Castle naar Cambridge.
We komen op een langzaam vollopende camping op zo, n 14 miles van Cambridge in St Neots terecht.
We doen op advies van de camping dames inkopen in de Tesco Superstore in Cambridge. 56 kassa's. Franse taferelen.

Er blijkt in de buurt dit weekeind een beroemde vliegshow te zijn en daar komen voornamelijk mannen uit alle windstreken en van alle nationaliteiten op af.

We maken s'avonds een lekkere wandeling en doen de lokale Pub aan waaruit we werden weggekeken door vaste klanten. Nou dan niet.

Dag tweeentwintig

Zondag 9 juli.

Er is van alles te doen in Cambridge. Op het grote Green in het midden van de stad is een soort braderie, kermis en nog veel meer. Het geheel met producten en activiteiten uit allerlei landen in en buiten Europa. Leuk. We pikken een grote dansshow van Chinese kinderen mee.

Verder is Cambridge een mooie stad met veel bezienswaardigheden. Van iedere universiteit of instituut is het publieke gedeelte toegankelijk. We bekijken alle schitterende binnentuinen, alle bijzonder fraai gedecoreerde en ingerichte eetzalen en nog veel meer moois.

Leuke stad.

Van Cambridge rijden we naar Canterbury om vannacht in Dover te overnachten.
Vergeleken met de heenweg, vliegen we nu door Engeland. Het is natuurlijk zondag en ook hier is de vakantie uitgebroken.
Op de heenweg hebben we van Canterbury niets gezien door de hevige regen, dus gaan we nu aan.
We slenteren heerlijk door de stad en komen bij de beroemde Canterbury Cathedral, waar de Archbishop , het hoofd van de Anglicaanse kerk, gehuisvest is.
Er is een dienst dus willen verder gaan tot we ineens een jongenskoor horen losbarsten. U weet wel die jongens van het koor van de Canterbury Cathedral.
We hebben de dienst helemaal uit gezeten. Prachtig. Er was gelukkig geen preek, maar wel een collecte. We hebben geen van beiden als tegemoetkoming in de kosten van deze reis, een greep in het zakje gedaan.

In Dover zoeken we een plekje op de camping van waar we morgenvroeg, zonder veel overlast te veroorzaken, weg kunnen rijden.



Dag drieentwintig

Maandag 10 juli

Vroeg op. Douchen en inpakken.
Op het parkeerterrein in de haven waar de boot naar Calais vertrekt, hebben we op ons gemak ontbeten.
In tegenstelling met de heenweg was het weer nu prachtig. Geen wind, geen regen.
Moest ik in het begin in Engeland wennen links te rijden, nu moest ik even wennen weer rechts te moeten rijden.
Zonder brokken zijn we vroeg in middag thuis gekomen.

Samenvatting

We hebben een fantastische reis gemaakt door een bijzonder land.

We hebben gekozen om vanuit het Engelse Lake district, het zuidwesten van Schotland in te reizen. Via de Schotse Lowlands, Glasgow en door en langs de Grampian Mountains zijn we naar de Great Glen en Highlands getrokken om vanuit Fort William de eilanden van de Inner Hebriden met een bezoek te vergasten. De landschappen zijn vergelijkbaar dramatisch met de hoogvlakten van Noorwegen en de kusten met de fjordenkusten van Noord Noorwegen.

Het weer is er ook weinig voorspelbaar, maar wat wil je met die grillige vormen van het land. Het heeft een zeeklimaat beinvloedt door de Atlantische Oceaan en een zeeklimaat beinvloedt door de Noordzee en daar tussenin ligt een stuk Highlands met een soort landklimaat.

Als we de eilanden in het Noordoosten van Skye verlaten en we door de Northwest Higlands afzakken naar de Great Glen, zien we landschap veranderen. Hier is niet alles kale rots met een heel klein beetje of geen grond erop. Het Noordoosten is duidelijk de voedsel voorziener voor heel Schotland.

Hier liggen ook ongelooflijk veel golfbanen op sappig onderhouden gras.

Maar als we weer de bergen in trekken wordt alles weer knap ruig. Het weer is iets minder wisselvallig, maar dat zal de invloed wel zijn van de Noordzee. Hier rijden we ook door fraaie en populaire skigebieden.

Na Edinburgh hebben we nog een stukje door de Southern Uplands gereden en daarna konden we onze kaarten van Schotland weer opbergen.

De Schotten vinden we erg aardig, gastvrij en altijd behulpzaam.

We klagen niet over de beschikbaarheid van lekkere producten om lekker te eten. We hebben zelfs kunnen genieten van Haggis.

Op de whisky en het bier is niets aan te merken. De drank is er goedkoper dan brandstof.

We willen nog een keer terugkomen als de heide in bloei staat. Ons lijken die mooie afgeronde bergen schitterend met de paars bloeiende hei bij een onvergetelijke zonsondergang.

Schotland, dag dertien

Vrijdag 1 juli

Er staat nooit een tijdstip voor opstaan. Een van ons twee wordt wakker, gaat liggen draaien of pakt een boek en dan wordt de ander van zelf ook wakker.
De vaste procedure is dan:
 Bed opklappen
 Ochtendjassen aan en douchen
 Koffie zetten en het ontbijt klaar maken
 Ontbijten
 Rotzooi opruimen en de auto inladen (stoelen en tafel naar binnen)
 Oprij blokken weg
 Stroom afsluiten
 En dan weg.

We rijden de dertien kilometer door niemandsland terug naar een meer bewoonde wereld.
In Broadford, dat onnozele gehucht herinnert iedereen zich nog van de heenreis, tanken we.
We betalen £ 1,49 voor een liter (echt een liter) diesel. Dat is bijna € 1,70 per liter.
Ik ga, als ik bergafwaards rijd mijn koppeling maar indrukken.

Skye is nog wel een eiland, maar je kunt er niet alleen met de ferry op en af komen, er is tegenwoordig ook een fraaie brug, die het eiland met het vaste land verbindt bij het plaatsje Kyleakin.

Aan Loch Alsh, waar het overgaat in het Loch Duich, ligt het plaatsje Dornie, met in het water het prachtige kasteeltje Eilean Donan. Het kasteel is met een lekkere oude gemetselde brug verbonden met het vaste land.
Een beetje kasteel moe, gaan we niet op bezoek en reizen gewoon verder.
We rijden langs de Five Sisters, een stoer rijtje bergen boven de 1000 meter.
Tot nu toe hebben we steeds gereisd langs Lochs (spreek uit LOK), die steeds in verbinding staan met de zee en eb en vloed kennen. Nu rijden we ineens langs een Loch, wat ver boven de zeespiegel ligt. En dan is het ook maar weer gelijk een stuwmeer. Loch Cluanie en Loch Garry.

Bij Invergary komen we bij Loch Oich, dat samen met Loch Ness en nog een paar andere Lochs de scheepsvaart verbinding is tussen de Noordzee en Atlantische Oceaan onder andere door het Caledonian Canal. We rijden door tot Fort Augustus aan het Loch Ness. Hier stroomt het Caledonian canal uit in Loch Ness via een serie geschakelde sluizen. Hoeveel traps ze zo'n ding noemen, weet ik niet, maar ik heb 6 deuren geteld, dus het zal wel een 3 traps sluis zijn. We zien twee Marine opleidingsschepen schutten, wat maar net paste en wat met veel show en commando's gepaard ging.
Onderweg hadden we veel aankondigingen gezien voor Highland Games in Invergarry. Dat willen we meemaken. Dus zijn we teruggegaan naar Invergarry en zijn neergestreken op Faichemard Farm Camping Site, van de familie Grant.
We hebben een prachtige plaats in een bos tegen de helling en hebben niet het idee op een camping te staan.

Dag veertien

Zaterdag 2 juli

We zijn al vroeg op het toernooi terrein en betalen entree en krijgen een programma.
Het programma is voor de vorm. Niemand houdt zich er aan. Het zouden ook de Brabantspelen kunnen zijn. De klok is stilgezet en het feest begint op een gegeven maar ergens ergens mee.
Wij hadden tevoren het idee naar de nationale Highland Games te gaan, maar we kregen steeds meer het gevoel in een plaatselijke soort Koninginnedag te zijn terecht gekomen.
Meisjes van 5, 6, 7, etc jaar tot ca 15 jaar deden op de zich steeds weer herhalende deun op een doedelzak, schotse dansjes.
De moeilijkheidsgraad werd steeds hoger, maar opwindend werd het nooit.

Mannen in Schotse rokken waren intussen met hamers aan het werpen en kogels aan het stoten. We hebben het zaklopen voor vrouwen en eieren op lepel race niet afgewacht en zijn, terwijl de mannen met een paal aan het inwerpen waren, vertrokken.


We ontmoette de dochter van Huub Weck en haar vriend op het toernooi veld.
Huub is een oud collega van mij bij Ballast Nedam. Ik kende Huub niet goed. Hij zat in een totaal andere business als ik en op een totaal andere plaats.
Huub bleek twee weken geleden te zijn overleden aan een opnieuw opgestoken ernstige leverkwaal.

We rijden langs het Lock Ness naar Inverness.
In Inverness bezoeken we een van de beroemdste Kilt winkels van Schotland, maar gaan weer gauw door, want de tochtige stad is niet echt gezellig.
We zijn even langs gegaan op het Barclays Scottish Open op de Casle Stuart Golf Links.

We rijden op advies van Margriet Visser naar de blinkend witte stranden van Findhorn.

We BBQ-en op onze stookemmer € 9  bij de Gamma) en gaan daarna nog een afzakkertje halen in de lokale Pub.

Dag vijftien

Zondag 3 juli

We zijn vanmorgen wakker geworden van de warmte. De zon stond op dak en we hadden weer veel te lang geslapen. Mieke heeft een heerlijk Engels ontbijt klaar gemaakt, waarna we een lange wandeling door de duinen en het strand hebben gemaakt.

We hebben ons wat verkeken op de eb. Ik dacht dat het afnemend tij was, maar het was opkomend tij, zodat we steeds dichter naar de duinen werden gedwongen. Dat was niet erg, maar we moesten in wel heel grof grind gaan lopen wat schuin tegen de duinen was gestort.
Eigenlijk was het geen lopen. We zijn zo snel als het kon van het strand af de duinen in geklommen.
Het was goed warm en super zonnig, een genot na al het toch niet altijd al te goede weer.

We gaan op weg naar Edinburgh met als eerste stop het plaatsje Braemar midden in het Cairngorms National Park.
Schitterende rit. We hebben in de middle of nowhere lekker gelunched. Omdat we een heel erg binnendoorweggetje (een gestippeld lijntje op de kaart) naar Crathie nemen, missen we Balmoral, waar een schitterend kasteel van de Engelse Koninklijke familie ligt.

Dan gaan we er morgen maar naar toe.

In Braemar werden we op de camping voor het eerst door een mateloos chagrijnig wijf ontvangen. Zeldzaam en niet leuk.
Het dorp is een vrolijke en gezellige verzamelplaats van van alles. Er is een groot klassiek hotel, een jeugdhotel en talloze B&B's en natuurlijk de camping.
Als we het dorp in rijden staat er ergens in een plantsoen een stel doedelzakken te blazen.
Het tamboertje is een mannetje als Rik de Vos. Het jong kan echt goed trommelen.


De man met de overslagtrom kan er niet over heen kijken en loopt steeds om zijn trom heen te loeren.

We gaan in de rij voor de Fish and Chips en zijn als we aan de beurt zijn verbijsterd over het gigantische fraaie stuk kabeljauw. Jammer dat dat redelijk kritiekloos in de frituur gaat.
We zijn daarna maar de bar van het lokale hotel in gegaan voor heerlijke Pint wegspoel Ale.

Morgen gaan we weer, voor we gaan rijden, eerst lekker wandelen.

Schotland, dag tien

Dinsdag 28 juni

Toen we vanmorgen wakker werden scheen de zon. We hebben heerlijk in de zon met een fantastisch uitzicht over Sound of Mull ontbeten.



We hebben het kamp opgebroken. Dat is met onze super Minivan niet meer dan vijf minuten werk. Er zijn twee dingen, die we beslist niet moeten vergeten. Dat is allereerst de Stekkers uit de Van en uit het stopcontact van de camping halen. Het tweede wat je moet vergeten is het verwijderen en opbergen van de gele Oprijblokken. Als je het niet doet geeft het een stevige hobbel en je moet de rest van je vakantie schuin en scheef slapen en je kunt je pannen en nog veel erger je kunt je glazen niet meer helemaal vol doen.

We gaan eerste naar Ardnamurchan point met een Vurentoren en veel belangrijker een theetent. Het uitzicht is als alle uitzichten over zee. Lucht en water.

We maken een toeristische tocht over Ardnamurchan in oostelijke richting door en langs mooie natuur. En steeds over "One Lane Roads".

Ik weet niet of het fenomeen al heb uitgelegd, maar we rijden al honderden kilometers over wegen waar, en dat is in ieder geval gelukkig, alleen in de breedte maar 1 auto tegelijk kan rijden. De wegen zijn niet meer 2,20 M breed. Er zijn wel veel inhaalplaatsen en die worden wel vaak, maar niet altijd aangegeven, maar de wegen zijn kronkelend en hobbelig. Als chauffeur moet je permanent meer dan oplettend zijn op tegenliggers. Je stuurt en remt je rot.

Vlak voor Salen lunchen we op een ware picknickplaats. Bij Salen, de melding op de kaart is groter dan het gat, gaan we links af het binnenland in.

Tijdens een wat saaie rit door een toeristisch gebied, want er zijn nogal wat campings, stoppen we bij Moidart Smoke House. Je ruikt het niet, maar het zit er wel. Bij een leuke jongeman, de roker, en zijn vriendin kopen we warm gerookte zalm (eens proeven of zijn zalm lekkerder is dan mijn huisgerookte zalm). We kopen ook nog een stuk gerookte kaas.

We rijden langs Moidart, een streek en Ardnish een schiereiland richting Mallaig, waar we morgen de Ferry naar Skye nemen.
In Bunaicamb, echt wel iets bijzonders met een Spar en een school, rijden we een camping direct aan zee op. De camping is nog niet klaar, maar we mogen blijven logeren.
We weten zeker dat het erg mooi zal worden als het allemaal klaar is.

We maken s'avonds een heerlijke strandwandeling.
Iedere keer als we van het strand af komen, hebben onze zakken vol met mooie stenen, unieke schelpen en wat je al niet meer op het strand jut.
Het is wel mooi dat de plasjes tussen de rotsen, die vol blijven staan bij eb, een kompleet onderwater leven hebben. Visjes, krabben, garnalen, zeeanemonen en veel andere waterplanten.

Als we s'avonds voor de camper zitten na te wijnen, hangt er ineens een Zeearend boven ons hoofd met zijn luchtbed grootte vleugels en zijn beweeglijke grote kop. Prachtig. Even later komt er nog een tweede aangezwaaid en met z'n tweeen drijven ze langzaam af naar zee. We hebben ze met onze verrekijkers schitterend kunnen observeren omdat het allemaal zo traag gaat. Schitterend.

Dag elf

Woensdag 29 juni

Alsof het ingestudeerd was.
Opstaan, baden, ontbijten, auto klaar maken, wegrijden, in de haven aankomen, kaarten kopen, de ferry op, klep omhoog en wegvaren in een vloeiende beweging.

Skye here we are.
We komen aan in Armadale en rijden gelijk naar ons eerste doel, het kasteel, nou ja ruïne, van de MacDonald Clan. Armadale Casle.


We genieten voornamelijk van de schitterende tuin en het park. Een museum in de nieuwbouw is, denk ik, alleen leuk voor de familie.

We rijden langs een van de vele Waterloo's naar het plaatsje Broadford, waarvan we denken dat het misschien wel iets is. Maar nee.
Bij het Informatie centrum kunnen ze ons vertellen dat de enige plaats op het eiland waar je verse vis kunt kopen op de pier van de hoofdplaats van Skye Portree is.

Het weer is matig en we zien van de indrukwekkende Cuillin Hills niet zo erg goed dat ze indrukwekkend zijn. De kale bergen, allemaal zo'n 1000 meter hoog, zijn geliefd bij alpinisten om op te trainen. Ze zijn moeilijk beklimbaar en door het onbetrouwbare weer in de omgeving, moet je je op alles voorbereiden als je omhoog gaat. Vaak worden er meerdaagse tochten op geklommen.

Portree is leuk met veel kroegen, eethuizen en winkels. Er staat ook een oude kerk te koop, maar deze is te groot voor ons als vakantiekerkje.

We vinden de viswinkel op de pier. De uitbaatster komt op ons nou niet direct als krantvriendelijk over, tot ze vraagt waar we vandaan komen en hoort dat we Nederlanders zijn en dat ik uit Scheveningenkom. We gaan er na een gezellig kletspraatje met een paar mooie stukken Schelvis weg.

We besluiten naar een camping in de buurt van Edinbane te gaan aan Loch Snizort.
Nu is Edinbare niets meer dan een hotel met een restaurant en een bar, waar wat huisjes om heen staan. Het zal vroeger wel een boerderij geweest zijn met wat arbeidershuisjes. Nu zal het personeel van het hotel er wel in wonen.

Dag twaalf

Donderdag 30 juni

We gaan vandaag onder andere het schiereiland Waternish bezoeken. Hier wonen nogal wat kunstenaars en er zijn tal van ateliers waar redelijke oude ambachten nog steeds worden gepraktiseerd. Op het verst met de auto te bereiken punt van het schiereiland hebben de MacDonalds en de MacLeods elkaar meerdere malen heftig naar het leven gestaan met als gevolg wat bizarre massamoorden onder andere in een kerk , die met gelovigen en al is afgebrand.
We gaan naar de The Skye Shilasdair Shop, waar je de mooiste soorten natuurlijk gekleurde wol kunt kopen. De wol wordt er nog steeds volgens oude recepten geverfd.
We bezoeken de leerlooierij en huiden bewerkers van de fa Skyeskyns.
Bijzonder interessant en je begrijpt niet dat hun producten nu nog betaalbaar zijn als je ziet hoeveel handelingen er nodig zijn om een poezelzacht lamsvelletje op de commode van de eerste de beste baby fotograaf van Pixie te krijgen.

We gaan naar Stein en bezoeken daar nog twee galleries voor we de kroeg in duiken voor de lunch.

Ik heb hier vandaag de blunder van de dag gemaakt. Toen ik bij de lunch aan de bardame vroeg wat voor soort Engels bier/ale ze had. Viel ze flauw achter de bar. In Schotland naar Engels bier vragen is velen malen erger dan vloeken in de kerk.
Ik heb het goed geluld, maar als er aan denk staat het schaamrood weer op mijn kaken.
Na de lunch zijn we naar Dunvegan gegaan, het kasteel van de eerder genoemde Clan Macleod.

We hebben in Carbost een van de grootste whisky stokerijen van Schotland, Talisker, bezocht, waar we overigens wel antwoord kregen op diverse vragen over Whisky in het algemeen en hun whisky in het bijzonder. Hier komen we ooit in detail op terug, dronken of niet.

Mieke heeft dan een leuk plekje uitgezocht om te kamperen.
Glenbrittle House, aan de andere kant van de Cuillin Hills, die in de zon liggen te glimmen.
We rijden over een 13 km doodlopende weg, waar geen huis aan staat, waar je zelfs geen schaap ziet en waar de enige herinnering aan de aanwezigheid van mensen op de deze aardkloot het asfalt en wat omgezaagde bomen zijn.

Ineens zien we in de verte wat tentjes staan!!!!!!!!!!!!!!¦..

Ik besluit me bij het algemene besluit neer te leggen hier de nacht door te brengen.
In de loop van de avond loopt de camping vol met zwaar bepakte klimmers, die van de bergen terug komen en van kampeerders die de komende dagen de bergen in gaan lopen.
Het is waarachtig een super sportcamping, druk en gezellig.
Zoals gewoon staan we weer aan het water, maar de zon gaat vanavond rood onder achter de bergen. De muggen houden we buiten met onze horren.

Schotland, dag negen

Maandag 27 juni

Vanmorgen vroeg om een uur of vijf, werden we wakker van een aardbeving. Onze Mini Van (zo noemen ze hem hier) stond te schudden en te beven en ik herkende een aardbeving. Ik ben toch maar even buiten gaan kijken of we moesten duchten voor rondvliegende dakpannen.

Een grote ram, zo een die niet was geschoren, stond heerlijk tegen de bus aan te schurken om de jeuk van de verharing op te heffen. Ik heb hem toch maar naar de buren gestuurd.

Ondanks dat het klaarlichter dag was, zijn we weer heerlijk gaan slapen. Daar hebben we geen moeite mee. We staan over het algemeen s'morgens tussen 8 en 9 uur op.
Zo vanmorgen uiteindelijk ook en hebben daarna heerlijk in het zonnetje ontbeten, na dagen!!
We hebben door geld gebrek, de laatste dagen niet eens een Pub op kunnen zoeken, dus gaan we vandaag op pad naar Tobermory, de hoofdstad van Mull en hopen daar een fatsoenlijke bank te vinden, die ons geld kan leveren.
Dat lukt.
Tobermory is niet groot maar heeft een mooi rijtje bont gekleurde huizen langs de waterkant staan, wat ons erg aan Noorwegen deed denken. Leuke winkeltjes, maar in ieder gevl een goede bakker en een supermarkt en natuurlijk geen visboer. Hoger, buiten het dorp vonden we er wel een, maar geen verse vis. We hebben er wel verse St.Jacobsschelpen gekocht.



We zijn gelijk heerlijk gaan lunchen in een visrestaurant aan de haven en hebben ons door de plaatselijke whisky stokerij, Malt Whisky, laten rondleiden.
We hebben niet alleen goed gekeken en opgelet tijdens de rondleiding maar achteraf ook goed geproefd.
Het was zielig voor een stel Duitse jongens in onze rondleidinggroep. Ze waren te jong dus kregen geen whisky! Ze mochten het ook niet voor vader thuis als souvenir kopen.

We steken in ongeveer drie kwartier met een relatief klein veerbootje over naar het vaste land, naar een gebied wat Ardnamurcham wordt genoemd. We landen aan in Kilchoam en gaan op zoek naar een camping, die onze vrouwelijke buren in Mull ons hadden aangeraden. We hebben hem gevonden. Halverwege een doodlopende weg, liggen er links van de weg, aflopend naar het water, een paar terrassen. We passen er net op. We hebben een overweldigend uitzicht over het Loch (spreek uit LOK)

We hebben in Nederland voor 9,00 x80 een emmer BBQ gekocht en die proberen we vandaag.

We garen er licht de escargots op, heerlijk met een schijfje gemarineerde komkommer op een blaadje krulsla.
Daarna hebben we een paar kipkarbonades gegrild. Omdat het grilrooster wat hoog op de BBQ ligt en ik niet te veel briguetten op het vuurtje heb gedaan, garen ze langzaam, maar worden niet zwart, waar het meestal met kip op uitdraaid.

S'avonds zijn we afgezakt naar zee omdat we Otters wilden scoren.
Toen we het bijna hadden opgegeven, kwamen er dollend, twee Otters van achter een uit de kust de zee in stekende rots te voorschijn.
Langzaam kwamen ze onze kant op onderduikend, opduikend en wat stoeierig om elkaar heen draaiend. Vlak onder ons kwamen ze weer heel dichtbij boven en zagen ons. Het mannetje dacht ons met blazen te verjagen. Toen dat niet lukte, doken ze onder en hebben we ze niet meer gezien.
Helemaal blij zijn we naar de camping terug gehuppelt.

De komende dagen trekken we, genietend van bizarre landschappen richting het eiland Skye.

En Ja Martin. Het is heel bijzonder hoe het weer hier onverwachts vaak een paar keer per dag veranderd. Wellicht komt het door de nabijheid van de Atlantische oceaan en het feit dat dit gebied bestaat uit eilanden en schiereilanden en dat de Lochs daar tussen erg diep zijn en in potentie koud.
We zoeken het later uit.
Vandaag nog geen foto's. Het is al laat en ik moet keus gaan maken uit zo'n 500 plaatjes, waarvan er wel een stel bijzonder zullen zijn.

Schotland, even melden

Natuurlijk heb ik wat achterstand in mijn verslaggeving, want inmiddels staan we op het eiland Skye en is het woensdagavond, maar ik heb al mijn aantekeningen.

We hebben, en dat wil ik alvast melden dollende Otters gezien in zee vlak onder onze kampeerplaats maandagavond en gisteren dinsdag twee Zeearenden op weg naar hun jachtgebied. Indrukwekkend.

Vrijdag 24 Juni dag zes.

We vanuit Fort Williams zijn we richting het eiland Mull getrokken. Een fantastische rit langs Loch Eil en Loch Linnhe. Direct nadat we bij Kintocheil op het schiereiland Sunnart zijn gekomen, is het afgelopen met mooie meerbaanswegen. Vanaf nu rijden we voorlopig alleen over eenbaanswegen met wel regelmatig Inhaalplaatsen. Het betekend dat je rijdend permanent erg goed op moet letten. Er dus weinig ruimte voor mijn manier van rijden: rijden en de omgeving goed in de gaten houden. Nu stoppen we maar regelmatig om van het schitterende landschap te genieten.

We hebben wel allebei een behoorlijk Noorwegen gevoel. Bij Inversanda trekken we van de kust het binnenland in. Om over een vereenzaamde weg met een stil landschap ineens vanaf een hoogte afdaalt naar Loch Sunnart. Bij Strontium, het heet zo omdat er strontium wordt gewonnen, stoppen we omdat het een leuk plaatsje is en omdat er een Informatie is.

De beste informatie tot nu toe. Ze hebben veel informatie en de dame die ons te woord staat, heeft er verstand van en weet veel. Beladen met kaarten en folders gaan we verder.

Grotendeels, nadat we hoogvlakte waren opgeklommen, rijden we langs de Gleann Geal naar Lochaline, waar we de boot moeten nemen naar Mull.

In de Gleann Geal staat weer wat water, want ook in Schotland is het maanden droog geweest. Jammer dat wij dat niet mee zullen maken.

In Lochaline moeten we 1,5 uur wachten dus kletsen we wat met Veerman, die ons uitlegd waarom er zoveel bruine bomen langs de zee staan. Het lijkt op veel plaatsen inderdaad wel herfst. Een paar weken geleden is er bij een zware storm en hoog water veel water het land op geslagen, waardoor veel bomen in de te droge grond ineens in het zoute water kwamen te staan. Het is een somber gezicht.

Tijdens de oversteek ziet Mieke een grote zalm zwemmen, ik ben met mijn hengel te laat om hem te vangen. Op Mull rijden we naar Craignure, dat is niet de hoofdstad van Mull, maar wel belangrijk omdat hier de veerboot uit Orban aankomt. We reserveren een plaats op een van de meest bizarre campings, waarop we ooit gestaan hebben. We gaan daarna naar Duart Casle, wat prachtig is gerestaureerd door de McCleans. Prachtig kasteel, prachtige omgeving, een schitterend uitzicht over de zee, maar het hele spul ligt aan een achenebbisj weg. De chief moet zich schamen.

Op de camping hebben we uitzicht op zee en op de haven, waar ieder uur een veerboot aan komt en vertrekt.

Ik ben vergeten fotox's te maken van de camping, maar de eigenaar heeft de winter gebruikt om overal alles in het plastic in te pakken.
De vuilnisbakken staan in hoekjes afgeschermd met steigerpijpen met plastic. De afwasruimte is overdekt met plastic op steigerpijpen, de kranen zijn ingepakt in kastjes van steigerpijp met plastic. Overal dat stomme witte dikke plastic. Zelfs in de douches zijn er rondom plastic gordijnen opgehangen in de doucheruimte zodat je er zelf bijna niet meer bij kunt.

Ik zal op internet eens zoeken of ik het terug kan vinden.

Er moeten in zee voor de camping Otters zitten en er zijn recent Dolfijnen gezien.
We hebben, gek als we altijd zijn, halsbrekende toeren uitgehaald om over alle rotsen langs de zee te klauteren om een Otter te zien. We hebben alleen wat verder in zee de kop van een Zeehond boven het water uit zien steken, met een blik in zijn ogen van x93Je moet het vanavond met mij doenx94.

Dag zeven, zaterdag 25 juni.
We zitten nog steeds op het eiland Mull en blijven er nog even.
We hebben ook Problemen
Probleem 1

We hebben al een paar dagen problemen met het slot van de achterklep.
Het slot grijpt niet en met veel gerommel krijg ik het meestal na een minuut of tien wel open.
De komende dagen verwachten we slechter weer, dus zie ik me niet iedere keer zeiknat regenen om iets uit die klep te halen.
Samen met een alleraardigste Engelsman heb ik Fort Williams al met allerlei soorten olie geprobeerd om het zootje wat losser te krijgen, maar mijn actie van vandaag, zo zal blijken, is succesvoller.
Met en schroevendraaier laat ik het slot openspringen en dan doe ik het weer dicht en dat een aantal keren achter elkaar, zodat ik denk dat de olie zich verspreid en het slot gesmeerd wordt. Tot nu toe werk het.

Probleem 2

Toen we vandaag boodschappen deden in Craignure konden we ineens niet met enige betaalpas betalen en de pinautomaat betaald ons ook niets uit. We zitten echter behoorlijk zonder geld, maar besluiten toch te vertrekken naar Fionnport, op het westpuntje van Mull om onder andere Erraid te bezoeken. Dat laatste is een eiland wat met eb over een soort wad te bereiken is.

Tijdens onze mooie rit naar Fionnport zien we ter hoogte van Pennycross, het mag geen gehucht heten, op een zandbank in het Loch wel 40 zeehonden liggen.
In Fionnport is de pinautomaat ons ook al weer niet gunstig gezind. De eigenaresse van de lokale Spar wil ons bij de aanschaf van een stuk kaas wel xa3 50 extra laten pinnen. Nu kunnen we in ieder geval de camping betalen.
Op een groot weiland direct aan zee, met uitzicht op Erraid staat onze bus op een randje op 10 meter van de vloedlijn.
 wandelen naar Erraid en terug, zo'n 10 Km, zonder het eiland zelf te bezoeken. Dat doen we met beter weer. Wie weet.
Vanavond eten we onder andere zalm.
Dag acht zondag 26 juni
Vannacht is het ernstig gaan regenen en waaien.
We nemen vandaag een rustdag na een echt Engels ontbijt met witte bonen in tomatensaus, bacon, gebakken eieren, toast en meer van dat lekkers.
Onze buren, fietsers, willen weg maar krijgen de tent niet afgebroken!!!!
Waar kun je zoiets zien?

Ik stop nu mijn verhaal, later verder

(ik heb niets gecorrigeerd, dus als het niet leesbaar is, sorry)