woensdag 4 april 2012

Schotland, dag tien

Dinsdag 28 juni

Toen we vanmorgen wakker werden scheen de zon. We hebben heerlijk in de zon met een fantastisch uitzicht over Sound of Mull ontbeten.



We hebben het kamp opgebroken. Dat is met onze super Minivan niet meer dan vijf minuten werk. Er zijn twee dingen, die we beslist niet moeten vergeten. Dat is allereerst de Stekkers uit de Van en uit het stopcontact van de camping halen. Het tweede wat je moet vergeten is het verwijderen en opbergen van de gele Oprijblokken. Als je het niet doet geeft het een stevige hobbel en je moet de rest van je vakantie schuin en scheef slapen en je kunt je pannen en nog veel erger je kunt je glazen niet meer helemaal vol doen.

We gaan eerste naar Ardnamurchan point met een Vurentoren en veel belangrijker een theetent. Het uitzicht is als alle uitzichten over zee. Lucht en water.

We maken een toeristische tocht over Ardnamurchan in oostelijke richting door en langs mooie natuur. En steeds over "One Lane Roads".

Ik weet niet of het fenomeen al heb uitgelegd, maar we rijden al honderden kilometers over wegen waar, en dat is in ieder geval gelukkig, alleen in de breedte maar 1 auto tegelijk kan rijden. De wegen zijn niet meer 2,20 M breed. Er zijn wel veel inhaalplaatsen en die worden wel vaak, maar niet altijd aangegeven, maar de wegen zijn kronkelend en hobbelig. Als chauffeur moet je permanent meer dan oplettend zijn op tegenliggers. Je stuurt en remt je rot.

Vlak voor Salen lunchen we op een ware picknickplaats. Bij Salen, de melding op de kaart is groter dan het gat, gaan we links af het binnenland in.

Tijdens een wat saaie rit door een toeristisch gebied, want er zijn nogal wat campings, stoppen we bij Moidart Smoke House. Je ruikt het niet, maar het zit er wel. Bij een leuke jongeman, de roker, en zijn vriendin kopen we warm gerookte zalm (eens proeven of zijn zalm lekkerder is dan mijn huisgerookte zalm). We kopen ook nog een stuk gerookte kaas.

We rijden langs Moidart, een streek en Ardnish een schiereiland richting Mallaig, waar we morgen de Ferry naar Skye nemen.
In Bunaicamb, echt wel iets bijzonders met een Spar en een school, rijden we een camping direct aan zee op. De camping is nog niet klaar, maar we mogen blijven logeren.
We weten zeker dat het erg mooi zal worden als het allemaal klaar is.

We maken s'avonds een heerlijke strandwandeling.
Iedere keer als we van het strand af komen, hebben onze zakken vol met mooie stenen, unieke schelpen en wat je al niet meer op het strand jut.
Het is wel mooi dat de plasjes tussen de rotsen, die vol blijven staan bij eb, een kompleet onderwater leven hebben. Visjes, krabben, garnalen, zeeanemonen en veel andere waterplanten.

Als we s'avonds voor de camper zitten na te wijnen, hangt er ineens een Zeearend boven ons hoofd met zijn luchtbed grootte vleugels en zijn beweeglijke grote kop. Prachtig. Even later komt er nog een tweede aangezwaaid en met z'n tweeen drijven ze langzaam af naar zee. We hebben ze met onze verrekijkers schitterend kunnen observeren omdat het allemaal zo traag gaat. Schitterend.

Dag elf

Woensdag 29 juni

Alsof het ingestudeerd was.
Opstaan, baden, ontbijten, auto klaar maken, wegrijden, in de haven aankomen, kaarten kopen, de ferry op, klep omhoog en wegvaren in een vloeiende beweging.

Skye here we are.
We komen aan in Armadale en rijden gelijk naar ons eerste doel, het kasteel, nou ja ruïne, van de MacDonald Clan. Armadale Casle.


We genieten voornamelijk van de schitterende tuin en het park. Een museum in de nieuwbouw is, denk ik, alleen leuk voor de familie.

We rijden langs een van de vele Waterloo's naar het plaatsje Broadford, waarvan we denken dat het misschien wel iets is. Maar nee.
Bij het Informatie centrum kunnen ze ons vertellen dat de enige plaats op het eiland waar je verse vis kunt kopen op de pier van de hoofdplaats van Skye Portree is.

Het weer is matig en we zien van de indrukwekkende Cuillin Hills niet zo erg goed dat ze indrukwekkend zijn. De kale bergen, allemaal zo'n 1000 meter hoog, zijn geliefd bij alpinisten om op te trainen. Ze zijn moeilijk beklimbaar en door het onbetrouwbare weer in de omgeving, moet je je op alles voorbereiden als je omhoog gaat. Vaak worden er meerdaagse tochten op geklommen.

Portree is leuk met veel kroegen, eethuizen en winkels. Er staat ook een oude kerk te koop, maar deze is te groot voor ons als vakantiekerkje.

We vinden de viswinkel op de pier. De uitbaatster komt op ons nou niet direct als krantvriendelijk over, tot ze vraagt waar we vandaan komen en hoort dat we Nederlanders zijn en dat ik uit Scheveningenkom. We gaan er na een gezellig kletspraatje met een paar mooie stukken Schelvis weg.

We besluiten naar een camping in de buurt van Edinbane te gaan aan Loch Snizort.
Nu is Edinbare niets meer dan een hotel met een restaurant en een bar, waar wat huisjes om heen staan. Het zal vroeger wel een boerderij geweest zijn met wat arbeidershuisjes. Nu zal het personeel van het hotel er wel in wonen.

Dag twaalf

Donderdag 30 juni

We gaan vandaag onder andere het schiereiland Waternish bezoeken. Hier wonen nogal wat kunstenaars en er zijn tal van ateliers waar redelijke oude ambachten nog steeds worden gepraktiseerd. Op het verst met de auto te bereiken punt van het schiereiland hebben de MacDonalds en de MacLeods elkaar meerdere malen heftig naar het leven gestaan met als gevolg wat bizarre massamoorden onder andere in een kerk , die met gelovigen en al is afgebrand.
We gaan naar de The Skye Shilasdair Shop, waar je de mooiste soorten natuurlijk gekleurde wol kunt kopen. De wol wordt er nog steeds volgens oude recepten geverfd.
We bezoeken de leerlooierij en huiden bewerkers van de fa Skyeskyns.
Bijzonder interessant en je begrijpt niet dat hun producten nu nog betaalbaar zijn als je ziet hoeveel handelingen er nodig zijn om een poezelzacht lamsvelletje op de commode van de eerste de beste baby fotograaf van Pixie te krijgen.

We gaan naar Stein en bezoeken daar nog twee galleries voor we de kroeg in duiken voor de lunch.

Ik heb hier vandaag de blunder van de dag gemaakt. Toen ik bij de lunch aan de bardame vroeg wat voor soort Engels bier/ale ze had. Viel ze flauw achter de bar. In Schotland naar Engels bier vragen is velen malen erger dan vloeken in de kerk.
Ik heb het goed geluld, maar als er aan denk staat het schaamrood weer op mijn kaken.
Na de lunch zijn we naar Dunvegan gegaan, het kasteel van de eerder genoemde Clan Macleod.

We hebben in Carbost een van de grootste whisky stokerijen van Schotland, Talisker, bezocht, waar we overigens wel antwoord kregen op diverse vragen over Whisky in het algemeen en hun whisky in het bijzonder. Hier komen we ooit in detail op terug, dronken of niet.

Mieke heeft dan een leuk plekje uitgezocht om te kamperen.
Glenbrittle House, aan de andere kant van de Cuillin Hills, die in de zon liggen te glimmen.
We rijden over een 13 km doodlopende weg, waar geen huis aan staat, waar je zelfs geen schaap ziet en waar de enige herinnering aan de aanwezigheid van mensen op de deze aardkloot het asfalt en wat omgezaagde bomen zijn.

Ineens zien we in de verte wat tentjes staan!!!!!!!!!!!!!!¦..

Ik besluit me bij het algemene besluit neer te leggen hier de nacht door te brengen.
In de loop van de avond loopt de camping vol met zwaar bepakte klimmers, die van de bergen terug komen en van kampeerders die de komende dagen de bergen in gaan lopen.
Het is waarachtig een super sportcamping, druk en gezellig.
Zoals gewoon staan we weer aan het water, maar de zon gaat vanavond rood onder achter de bergen. De muggen houden we buiten met onze horren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten